Schorseneren zijn langwerpige donkere wortels, een echte wintergroente. Het is een oude groente waarbij tijdens het schillen een kleverig melksap vrijkomt. De groente werd dan ook wel “dienstboden verdriet” genoemd, lastig schoon te maken, je handen gaan ervan plakken en de gootsteen wordt een zootje. Maar daar staat tegenover dat het een groente is die erg lekker en zacht van smaak is. Dan heb je het er wel voor over om eens een keertje wat meer bezig te zijn om het schoon te maken. Als trucje schil ik de schorseneer onderwater in de gootsteen, in het water doe ik een beetje azijn en in de pan wat citroensap met water voorkomt dat de geschilde stukjes verkleuren. Maar dan nog wordt het een rommeltje 😉
Ingrediënten (4 personen)
- 1 kgs schorseneren
- 350 gram (slag of kook) room
- flinke eetlepel fijngesneden peterselie
- 2 teentjes knoflook
- 125 gram gerapte kaas (bijvoorbeeld harde geitenkaas)
- beetje gember (fijngesneden)
- olijfolie
- citroensap
De oven voorverwarmen op 180ºC.
Schil de schorseneren en snijdt ze in stukken van ongeveer 7-8 centimeter. Leg ze direct in het water met wat citroensap. Meng voor de saus de room, peterselie, gember, beetje citroensap en de fijngesneden knoflook goed door elkaar en breng verder eventueel op smaak met peper en zout. Meng vervolgens de gepaste kaas door dit mengsel. Vet een ovenschaal goed in en verdeel de schorseneren over de schaal. Schenk het kaas mengsel hierover en druppel nog iets olijfolie erover heen. Zette ovenschaal in het midden van de oven en bak de schorseneren in ongeveer 45 minuten gaar. De gratin is dan ook mooi bruin. Soms moeten de ovenschaal iets langer in de oven als er war dikkere schorseneren tussen zitten.
Lekker met gekookte aardappel en bijvoorbeeld Belgisch Stoofvlees.
Eet smakelijk!