Het is er volop tijd voor, kerstkransjes of sterrenkoekjes. De vorm maakt niet zoveel uit. Ik heb voor een ster gekozen. Apart er nog een gaatje in gemaakt. Lijkt het toch nog op een kransje. De laatste dagen heb ik er veel gemaakt. Het hele huis gaat heerlijk ruiken en met wat amandelschaafsel erop als afwerking zijn ze erg lekker en het uitdelen van de kerstkoekjes kan beginnen.
Ingrediënten:
- 80 gram witte basterd
- 140 gram boter
- 200 gram Zeeuwse bloem
- 10 gram ei
- 5 gram citroenrasp
- 1gram dubbelkoolzuur soda
- 2 gram zout
Voor de afwerking kan je wat amandelschaafsel en kristalsuiker gebruiken.
Oventemperatuur: 170 ºC
Je moet beginnen met de boter, citroenrasp en suiker en deze goed gaan vermengen, dan het ei toevoegen. De bloem moet je altijd zeven om die vervelende bloem klontjes te voorkomen. Het zout en dubbelkoolzuur soda kan je hierbij doen. Dit door het botermengsel mengen en tot een mooi soepel, glad deeg kneden. Het deeg even laten opstijven in de koelkast dan is het makkelijker uit te rollen. Strooi wat bloem op je werkblad en op het deeg dan plakt het niet zo vast. Dat kan je prima een paar keer doen. Rol het deeg uit tot ongeveer 3 mm dikte en steek er mooie koekjes uit. Kluts een ei en bestrijk de koekjes dun met het ei. Strooi er wat amandelschaafsel en suiker over. Leg de koekjes op een met bakpapier bekleedde bakplaat, je kan de bakplaat ook goed met boter invetten. Bak de kerstkransjes of sterrenkoekjes in 8 minuten in de voorverwarmde oven goudbruin en gaar.
(Zeeuwse bloem haal ik bij de molen, maar de bakker kan je er ook aan helpen. Deze bloemsoort is afkomstig uit land met een zeeklimaat en is zeer geschikt voor koekjes. De koekjes blijven door de bloemsoort wat zachter.)
Veel plezier!
